Stappen voor het asbestattest

1. Vul het opdrachtformulier in samen met de asbestdeskundige

2. Verzamel informatie betreffende het gebouw

3. Het plaatsbezoek

4. Aanvraag asbestattest

Meer info:

Het plaatsbezoek

Een asbestdeskundige voert na het raadplegen van relevante, bruikbare documenten een niet-destructieve inspectie ter plaatse uit.

Tijdens de inspectie inventariseert de asbestdeskundige de asbestverdachte materialen, beoordeelt hun toestand en het risico dat er van uitgaat. Hij geeft advies over de asbestverdachte materialen die best weggenomen moeten worden, hoe u in afwachting hiervan het risico kunt beheren en wat de mogelijke verwijderingsmethodiek is.

Indien u het te onderzoeken eigendom verhuurt, wordt ervan uitgegaan dat u de opdracht tot asbestinventarisatie bespreekt met de huurder/gebruiker van het gebouw.

Niet destructief onderzoek – destructief onderzoek

De asbestdeskundige voert standaard een niet-destructief onderzoek uit. Hij zal geen elementen aan uw eigendom beschadigen of demonteren om ingesloten materiaal op te sporen. Opheffen van loszittende materialen (bv. dakpannen) zal hij wel doen. Ook kan het zijn dat hij lokaal, kleine beschadigingen aanbrengt om een monster te kunnen nemen voor labo-analyse.  Het normale gebruik van uw eigendom blijft gegarandeerd. Uw asbestattest vertelt iets over de asbestveiligheid van uw eigendom, bij dit normaal gebruik.

Mogelijk bevat uw eigendom nog verdoken asbest dat niet werd opgenomen in uw asbestattest. Het asbestattest kan dus niet altijd gebruikt worden bij de uitvoering van werken. Materialen die aanwezig zijn achter andere materialen worden normaal niet onderzocht.

U kunt als eigenaar vrijwillig de opdracht geven via het opdrachtformulier om aanvullend destructief onderzoek te doen. Dit kan het geval zijn wanneer u bijvoorbeeld van plan bent om (een deel van) het gebouw te renoveren. In dit geval kan het zijn dat de asbestdeskundige monsters neemt waardoor materialen worden beschadigd of gedemonteerd. Doet u dit niet, dan bestaat de kans dat er asbestmaterialen worden beschadigd tijdens de werken. Dit zorgt voor onnodige risico’s voor uzelf, mogelijke werknemers en de omgeving, maar ook voor vertraging bij de werken en extra kosten.

Als werkgever kunt u ook vragen om aanvullend onderzoek te doen in functie van de werkgeversverplichtingen, (de jaarlijkse actualisatie van) de asbestinventaris die opgelegd wordt aan werkgevers om hun werknemers te beschermen.

Tip

Indien u werken plant, vraag een aanvullend, destructief onderzoek aan bij de asbestdeskundige via het opdrachtformulier. Vermijd zo stilstand bij uw toekomstige werf.

Monstername

Als de asbestdeskundige wil aantonen dat het asbestverdachte materiaal toch geen asbest bevat, zal hij een monster nemen. De monstername gebeurt onder de noemer van niet-destructief onderzoek op een veilige manier waarbij er geen bijkomende risico’s worden veroorzaakt voor het verdere normale gebruik van het gebouw. 

Als een asbestdeskundige geen monster kan of mag nemen van asbestverdacht materiaal, wordt het automatisch beschouwd als asbesthoudend.

Bied eventueel hulp met toegang tot hoge ruimtes, zoals plafonds. 

Het is mogelijk dat de asbestdeskundige moet wachten op de resultaten van het labo en dus niet meteen de inventarisatie kan voltooien.

Foto’s

Voor de opmaak van een asbestinventaris moet de asbestdeskundige situeringsfoto’s en detailfoto’s nemen en opladen in de databank van OVAM. Het gaat om foto’s van (asbestverdachte) materialen, onderzoeksbeperkingen, overzichtsfoto’s per binnen- en buitenruimte en situationele verduidelijkingen. 

Invoer van gegevens in de inventarisdatabank 

De asbestdeskundige voert de gegevens rechtstreeks in op de digitale inventarisdatabank van OVAM. Na een correcte en volledige invoer, levert de OVAM het asbestattest af als pdf-bestand. De asbestdeskundige bezorgt de pdf aan de eigenaar of opdrachtgever. U hoeft dus niet zelf een attest aan te vragen. 

Als eigenaar kunt u het asbestattest raadplegen via de Woningpas.